CIP Podcast - voor meer kennis over informatieveiligheid
Met deze CIP-Podcasts delen we kennis over allerlei onderwerpen rondom informatiebeveiliging en privacybescherming. De podcasts zijn met name bedoeld voor professionals en bestuurders in de publieke sector en hun adviseurs.
CIP Podcast - voor meer kennis over informatieveiligheid
Privacy in de moderne praktijk, Voorschoolse educatie
In de moderne privacy praktijk spelen Privacy Enhancing Enhancing Technologies (PETs) een steeds grotere rol. En terecht, want deze toepassingen bieden verantwoorde oplossingen voor tal van maatschappelijk relevante en lastige problemen.
Kinderen die al op zeer jonge leeftijd te maken hebben met leerachterstanden, ondervinden daar vaak hun hele leven hinder van. Is het mogelijk deze leerachterstand eerder op te merken, zodat er passende maatregelen genomen kunnen worden? Door inzicht te krijgen in het bereiken van peuters met (risico op) een ontwikkelachterstand kunnen deze kinderen veel eerder geholpen worden.
En door de inzet van PETs hoeft de gemeente niet de data van peuters in te hoeven zien om de nodige cijfers te kunnen berekenen. De data van de kinderen blijft altijd versleuteld.
Ako Madomi van de gemeente Rotterdam was betrokken bij deze succesvolle implementatie. In deze podcast legt hij samen met Toon Segers van Roseman Labs uit hoe deze casus tot leven kwam.
Deze PET-inzet is genomineerd voor een van de Nederlandse Privacy Awards 2025.
Walter van Wijk, community manager Privacy van CIP is de voice-over in de podcast.
Dit is een aflevering uit de CIP podcastserie ‘Privacy in de moderne praktijk’.
Meer informatie over PETs kun je vinden op cip-overheid.nl en op nicpet.nl.
Ako Madomi: Bij dit soort trajecten en projecten is het heel belangrijk om alle nieuwe wensen langs de heilige drie eenheid te houden. Is het data-technisch mogelijk? Is het AVG-proof? En ten derde minstens net zo belangrijk: is het ethisch verantwoord?
Walter van Wijk: Dit is een aflevering in de podcastserie Privacy in de moderne praktijk. In deze serie van het Centrum Informatiebeveiliging en Privacybescherming belichten we toepassingen van Privacy Enhancing Technologies, oftewel PET's. Hoe worden deze nieuwe, innovatieve technologieën om persoonsgegevens te beschermen ingezet? Wat kunnen we van deze verhalen leren en hoe passen we die toe in onze eigen organisaties?
Toon Segers: Wij zien dat bij uitstek de overheid een partij is die in de samenleving met partners samen moet werken en data nodig heeft om die kwaliteit te kunnen leveren.
Walter van Wijk: In deze aflevering gaat het over voorschoolse educatie voor peuters. De gasten zijn Toon Segers van Roseman Labs en Ako Madomi van de gemeente Rotterdam. Ako licht het probleem toe.
Ako Madomi: Het klinkt een beetje cliché, maar het gaat om de kinderen thuis. En in dit geval binnen de gemeente Rotterdam, constateren we dat er een groepje peuters, twee-driejarigen een achterstand hebben op taal of ontwikkeling. Dat constateert het Centrum voor Jeugd en Gezin in Rijnmond, het CJG. We weten uit het onderzoek van het constan instituut en de universiteit van Utrecht, dat deze achterstanden worden meegenomen naar het basisonderwijs. Dat is een serieuze kwestie, want dat zorgt voor ongelijke kansen, waar het nu erg om gaat in de maatschappij, en dat is een hardnekkig probleem. Dus voor ons is het een zaak om te voorkomen dat ze met die achterstanden doorstromen, en gelukkig is daar iets op bedacht.
Ako Madomi: Dat heet 'de voorschoolse educatie' en dat moet je zien als gestructureerde programma's die door kinderopvangorganisaties kunnen worden gegeven. En wat wij als gemeente doen, is dat wij subsidie beschikbaar stellen voor kinderopvangorganisaties. Wij weten ook uit onderzoek dat de VE werkt en dat we in dat stadium van het leven van de peuters ervoor kunnen zorgen dat die achterstanden in taal en ontwikkeling worden ingehaald. Dus is het nu voor ons eek zaak om ervoor te zorgen dat al die peuters waarbij een achterstand is geconstateerd, een VE-programma volgen. Doordat wij al een decennium data verzamelen, weten wij nu dat we ongeveer driekwart van die peuters bereiken.
Ako Madomi: In totaal zijn dat er 4.500 peuters en dat betreft één op de drie peuters die in Rotterdam wonen. Dat is best heftig. Je moet je voorstellen als je straks naar Rotterdam rijdt of door Rotterdam rijdt, en je ziet een moeder met haar drie kinderen lopen, één van die drie kinderen heeft een taalontwikkelingsachterstand.
Walter van Wijk: Volgens Ako viel het niet altijd mee om die mensen te kunnen bereiken.
Ako Madomi: Voorheen was het zo dat wij één keer per jaar data verzamelden van deze peuters en die gingen analyseren met alle haken en ogen die eraan vastzaten, en dat kostte tijd. Dat zorgde ervoor dus dat wij te laat kwamen om een deel van deze groep op tijd te helpen voordat ze instromen in het basisonderwijs. En dat moet anders. Maar goed, daarvoor hebben we wel de data nodig. We kregen dat jaarlijks van de kinderopvangorganisaties, maar wat ik zo net aangaf, kwamen die te laat om op tijd te kunnen ingrijpen. Waar je ziet dat het bereik te laag is in een bepaalde buurt of wijk in de gemeente, dan moet je daarover in gesprek gaan met je veldpartners om dat bereik te verhogen.
Ako Madomi: Om dat te kunnen doen, moet je snel kunnen ingrijpen en dat wil je op een geautomatiseerde manier, zo uniform mogelijke data, omdat dat het meest efficiëntst is qua tijd voor iedereen, dus ook voor de veldpartners die de data aanleveren. Dat was voor ons een aanleiding om het proces opnieuw te bekijken van de dataleveringen in het opstellen van de cijfers over het bereik. En omdat wij vanuit de gemeente veel waarde hechten aan de privacy van onze burgers, hebben we dit ook als kans aangegrepen om te kijken naar: voldoet het aan de huidige tijdsgeest en en de AVG-richtlijnen?
Walter van Wijk: Voor Toon Segers is dit ook een kans om juist hun technologie te kunnen testen.
Toon Segers: De casus met de gemeente Rotterdam is een prachtige voorbeeld van een overheidsorganisatie die de dienstverlening voor de burgers wil verbeteren en daarbij data nodig heeft om enerzijds goed te inventariseren hoe ze de dienstverlening zo optimaal mogelijk kunnen insteken en de effectiviteit kunnen meten van zulke dienstverlening. Twee voorbeelden: we we werken samen met de vervoerders en de gemeenten in Noord-Nederland over de ondersteuning vanuit de WMO, en daar wil je bijvoorbeeld weten: als je gratis OV-passen geeft, zie je dan een verschuiving van de taxi naar het openbaar vervoer en in welke segmenten? Daar zie je dat je data van burgers en vervoerders nodig hebt om effectiviteit van beleid te monitoren. Dat is één voorbeeld.
Toon Segers: Een ander voorbeeld: in de regio Breda heb je het Amphia ziekenhuis en het Keten Controle Centrum. Het Keten Controle Centrum ziet erop toe dat ouderen goed doorstromen van de huisarts naar het ziekenhuis, naar de verpleegtehuizen en de thuiszorg. En een hele mooie quote van het Amphia ziekenhuis en de manager transmurale zorg is: "Als de datastromen, dan stromen de patiënten." En ik denk dat dat alles zegt. Je hebt knelpunten in elke keten, in elke dienstverlening, en je wilt dat zoveel mogelijk automatiseren. Dat moet je doen, en zeker als het gaat om patiënten of om kinderen, met heel veel bescherming van privacy en heel veel respect van privacy en doelbinding.
Toon Segers: Wij zien dat bij uitstek de overheid een partij is die in de samenleving met partners samen moet werken en data nodig heeft om die kwaliteit te kunnen leveren, en ook bij uitstek de partij is die met hele gevoelige data moet werken, om of in het zorgdomein of in het jeugddomein, of in het veiligheidsdomein daar de volgende stap te zetten.
Toon Segers: We zien allemaal, denk ik, dat in deze moderne samenleving dat data in zekere zin olie is, die bepaalde processen kan smeren, en tegelijkertijd moet je oppassen dat je daar met respectvolle manier mee omgaat. En dan heb je privacy en doelbinding als twee criteria: dataminimalisatie en privacy doelbinding, en die moet je zien in te vullen als overheidsorganisatie. Wat al deze cases gemeen hebben, is dat je echt data moet kunnen gebruiken, maar met hele strikte waarborgen. En waarborgen, die ik net al even kort noemde: data minimalisatie en doelbinding, dat zijn belangrijke pilaren voor privacy.
Toon Segers: Nu zien we dat er doorbraaktechnologie is - wij noemen dat Privacy Enhancing Technologies - die dit out of the box mogelijk maken, en dat is iets wat nieuw is, wat vijf jaar geleden niet bestond. Maar nu kan gemeente Rotterdam een dataplatform neerzetten, data van veldpartijen gebruiken in een operationeel proces waar continu data stroomt en daar zelfs dashboards van maken en dergelijke, met invulling van al die belangrijke privacy-criteria waar we het net over hadden. Ik noem het maar even de privacy-doorbraak. We zijn niet alleen privacy aan het oplossen, maar we zijn tegelijkertijd ook een stuk dienstverlening aan het verbeteren, en die combinatie is, denk ik, wat dit heel interessant maakt.
Walter van Wijk: Privacy Enhancing Technologies dus, om data uit diverse bronnen te kunnen combineren, zonder daarbij verantwoorde bescherming van de privacy in te leveren. Precies wat ze in Rotterdam nodig hebben. Toon legt eerst uit hoe dat precies werkt.
Toon Segers: Deze Privacy Enhancing Technologies die werken in zijn algemeenheid als volgt: er zijn partijen, die data hebben die ze beschikbaar moeten stellen aan het consortium, of laten wij het de datawerkplaats noemen, of de dataspace. De gemeente Rotterdam, die hier de regisseur is van een netwerk. Zij bieden het aan, het wordt versleuteld bij de partijen en zij hebben de garantie dat die encryptie, die versleuteling altijd in tact blijft. Dus er wordt nooit een onthulling gedaan van hun data terwijl die data verwerkt wordt. Dat is wat de Privacy Enhancing Technologies definieert. Daarbij komt nog dat je in een bepaalde governance een goedkeurdersrol kan afspreken of meerdere goedkeurders kan aanwijzen, en alleen maar die analyses of die views op de data die die goedkeurders goedkeuren wordt onthuld. En dan heb je data minimalisatie van data komt van ketenpartners in een metafoor, een kluis.
Toon Segers: Er zijn een aantal partijen die de governance van die data werkplaats hebben en zeggen: deze view mag. Deze statistiek is nodig voor dit dashboard, die keuren we goed en alleen die analyse draait op de data in de kluis, en alleen die view wordt onthuld.
Walter van Wijk: In Rotterdam ziet dat er in de moderne privacy praktijk als volgt uit.
Ako Madomi: Er zijn 35 kinderopvangorganisaties binnen de gemeente Rotterdam die voorschoolse educatie aanbieden, die wij een subsidie verlenen en daar willen we data van ontvangen. Vanuit hun kant kunnen ze via een webportaal de data op persoonsniveau aanbieden. Dat wordt versleuteld en in stukjes gehakt en in versleutelde vorm opgeslagen voor ons. En wij kunnen met een analyse interface - wat een soort van raampje is daarnaartoe - analyses doen en tellingen maken van: hoeveel peuters zijn er nu met een indicatie extra spelen en leren, zoals dat heet, en in welke buurten en wijken kunnen we bereik berekenen? En dit alles zonder te weten om wie het gaat, om welke personen.
Ako Madomi: En dat is echt een gamechanger voor ons geweest, want in het vorige proces ontvingen wij persoonsgegevens. Dat gebeurde wel encrypted en het werd aan de ene kant versleuteld en bij ons werd het weer ontsleuteld. Maar daardoor konden we wel zien om welke peuters het betreft en daar ontvingen we persoonsgegevens van en konden daarin kijken. Op het moment dat wij kijken naar deze nieuwe technologie die op de markt is gekomen, wilden wij het niet meer, want dat vonden wij niet meer nodig.
Walter van Wijk: Voor Roseman Labs was dit een goede aanleiding voor uitbreiding van hun technologie.
Toon Segers: Het is een heel duidelijk voorbeeld van een publieke dienst die heel erg gebaat is bij samenwerken, privacy en dat is waar wij voor zijn. We zien dat er ontzettend veel kansen zijn waarin er samengewerkt moet worden, op grote schaal met veel partijen, zelfs in een operationeel proces. In een proces van wat elke maand opnieuw inzichten moet vergaren en beelden moeten creëren. Voor ons was het extra interessant omdat het hier gaat om een grote groep kinderdagverblijven en niet om de meeste tech-savvy organisaties, en die moeten op een gebruiksvriendelijke manier mee kunnen doen in deze datawerkplaats.
Toon Segers: Dus er moesten een aantal futures in onze webapplicatie toegevoegd worden die het ook echt voor dit soort gebruikers mogelijk maakt om mee te doen, dat die mensen meegenomen worden, in hoe er straks met die data gewerkt wordt, welke waarborgen er zijn, maar ook bijvoorbeeld, dat als ze een verkeerde upload doen, dat ze op een duidelijke manier feedback krijgen welk veld niet klopt in die upload. En tegelijkertijd zat er een zeer geavanceerd data engineering team aan de gemeente Rotterdam, die daar ook hele hoge eisen aan stelde. Die wilden niet alleen maar een beetje op kunnen tellen met data, maar ook allerlei doorsnijdingen maken voor complexe joins en filters en voor deze scientists zijn dit bekende termen. En daar moesten wij ook zorgen dat we een volwassenpakket neerlegden.
Ako Madomi: Bij dit soort trajecten en projecten is het heel belangrijk om alle nieuwe wensen en ideeën langs de heilige drie eenheid te houden, en dat is voor mij de wens om het data-technisch mogelijk te realiseren. Is het AVG-proof? Mag het volgens de AVG? En ten derde, wat als laatste komt, maar minstens net zo belangrijk is zoals die andere twee, is het ethisch verantwoord? We willen niet dat de cijfers die wij maken stigmatiserend zijn voor de doelgroep die we juist proberen te helpen. Dus als we het langs die drie criteria halen, dan weten we: dit is good to go.
Walter van Wijk: Veelbelovende technologie dus, maar voor anderen blijft het mensenwerk. Zeker in een ketensamenwerking waarbij stakeholders moeten worden meegenomen in de aanpak, want dat leidt tot vertrouwen, zoals Ako toelicht.
Ako Madomi: Ik ben vorig jaar februari ingevlogen door de gemeente Rotterdam om als productowner de gehele keten van dataverzameling tot met het samenstellen van beleidsinformatie voor het team: het jonge kind, daarvoor te zorgen. Er zijn verschillende uitdagingen. Eén ervan is de stakeholders meenemen. De betrokkenheid vanuit de stakeholders van de kinderopvangorganisaties hebben hun eigen belang hierin. Wij willen de data ontvangen, maar hun primaire proces is om voor die groepen te staan en ervoor zorgen dat die groepen opvang genieten. En dan moet je het toch hebben over het verzamelen van data met elkaar, wat extra werk voor hen is in deze tijden waarin toch personeelstekorten zijn, ook bij de kinderopvangorganisaties.
Ako Madomi: Dus dat is de reden waarom wij die sessies hebben gehad in de hoofdbibliotheek van Rotterdam, waarin we het hebben gehad over een frequentie van één keer per jaar - wat ze al lastig vonden - naar één keer per maand. En hoe krijg je dat dan voor elkaar? Het was toch wel een pittige klus om duidelijk te maken wat het doel erachter is. We doen het voor de kinderen. Het belang is dat er snel bij zijn en dan merk je wel dat het draagvlak al snel wordt gecreëerd met zo'n nobel doel.
Walter van Wijk: Met het doel duidelijk voor ogen werd in Rotterdam moderne technologie ingezet, maar daar moet je wel uitleggen hoe veilig de data is en wat daar precies mee gaat gebeuren.
Ako Madomi: Omdat het juist zo innovatieve technologie is en nieuw is, is het voor sommige mensen binnen de organisatie moeilijk te vatten van: hoe zorgt het ervoor dat de data niet herleidbaar is, dat de privacy wordt gewaarborgd? Dus daar zat ook best wel veel tijd in voor mij om ze over de streep te trekken. Je moet je voorstellen dat de gemeente Rotterdam, die werkt met heel veel data, want dat zorgt ervoor dat we ook heel streng zijn op welke applicaties we gebruiken, vooral als we dat extern inwinnen. Dus bij het inkoopproces zijn er - uit mijn hoofd - iets van ruim 160 eisen afgevuurd op Roseman labs, en dat zijn eisen die we binnen de gemeente, spider noemen. Dat is security, informatiemanagement, privacy, dat is de ethiek en dat is record management.
Ako Madomi: Alle experts kwamen erbij kijken en zij vonden er wat van. Wat ik heb gedaan, is dat ik intensieve sessies heb georganiseerd met die verschillende disciplines binnen de gemeente, waarbij ik met de privacy officer het meeste contact heb gehad en samen heb gezeten, een A3'tje erbij hebben gepakt, uitgeschetst hoe dat proces eruitziet. Welke partijen er betrokken zijn?
Ako Madomi: De kinderopvangorganisaties maar ook het CEG die daar de persoonsgegevens aanlevert, dat we die aan elkaar koppelen. Hoe dat precies zit? Dat hebben we zo ver doorgesproken dat de privacy officer echt een goed beeld had van wat de bedoeling was, welke data we wilden gebruiken, waarom en zo kon hij ook veel beter adviseren of deze applicatie de juiste oplossing was.
Walter van Wijk: Samen met de betrokken privacy officer doorliep Ako een DPIA, een Data Protection Impact Assessment. Zoals hij zelf zegt, een essentieel onderdeel van het hele traject.
Ako Madomi: Samen betrokken we de verschillende disciplines om ook vanuit hun perspectief hiernaar te kijken. Het resulteerde in een document, wat ik nu als een soort van blauwdruk aan collega's geef die ook een DPIA-proces moeten doorlopen. En wat een klein applausje had verdiend van de FG en ook heeft gekregen - moet ik erbij zeggen - want we hebben uiteindelijk met de FG van de gemeente gesproken die het laatste zegje heeft hierover. En door de uitleg die de privacy officer en ik kon geven, en dankzij de uitleg die ik van Roseman Labs heb ontvangen, hebben we het resultaat geboekt dat de FG zeer enthousiast was over de DPIA, maar ook over de oplossing die we hebben bedacht tot op het punt dat ze aangaven: "Mocht je dit verder in de organisatie ergens presenteren of bespreken, dan ben ik heel erg bereid om ook daarbij aan te schuiven en aan te geven waarom ik zo enthousiast ben."
Toon Segers: Wat mijn werk zo leuk maakt, is dat je begint met een case over het bereiken van kinderen met meer voorschoolse opvang, en dan kom je in een prachtig traject terecht, waar je stakeholders, privacy officers en de betrokken partijen moet uitleggen dat dit kan en dat dit veilig is, en dan breng je het in productie. Dan zie je de blije FG en stakeholders en dat zien we met de gemeente Rotterdam. Ik ben echt ontzettend enthousiast en fan van deze samenwerking, maar in mijn rol spreek ik wekelijks privacy officers en FG's die willen begrijpen hoe deze technologie werkt, en ze worden er allemaal blij van.
Ako Madomi: Wat hebben we nu aan het einde van de rit als resultaat geboekt? Wij kunnen op een AVG-proof manier de data verzamelen, persoonsgegevens van peuters van het CEG van 35 kinderopvangorganisaties die hun best doen voor de peuters, en dat wij hiervan beleidsinformatie kunnen maken. In tegenstelling tot anderhalf jaar na de plaatsing van een peuter, dat we nu maandelijks kunnen zien wat het bereik is van deze peuters in de verschillende buurten en wijken, waar ook verschillende programma's vanuit de gemeente op worden gedraaid. Dus we kunnen nu zien als er een nationaal programma Rotterdam-Zuid wordt gedraaid in bepaalde wijken. We kunnen nu maand op maand zien wat het effect van zo'n programma kan zijn, en dat is geweldig!
Ako Madomi: Dat kunnen we allemaal doen zonder de data in te zien van die peuters en zonder die data herleidbaar te maken naar individuen. Doordat we dat nu maandelijks kunnen bekijken, kunnen we op tijd ingrijpen op het moment dat we zien dat dat bereik of lager wordt of stabiel laag blijft, en kunnen we met de veldpartners in gesprek. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat daar meer voorschoolse educatie wordt aangeboden, meer formatie naartoe wordt verplaatst zodat die peuters beter worden bereikt, en er minder peuters met een achterstand naar de basisschool gaan?
Walter van Wijk: En Toon deelt het enthousiasme van Ako. Zij zien ondertussen meer mogelijkheden nu dit Rotterdamse project een succes blijkt.
Toon Segers: Zoals Ako beschrijft, komen burgers continu de overheid tegen die zichzelf soms niet in de weg proberen te lopen. Misschien ook wel. We hebben het over bijvoorbeeld, schuldhulpverlening of jeugdzorg, of Regionaal Zorgnetwerken, veiligheidsdomein. Overal probeert de overheid op het juiste moment, op een respectvolle manier met die burgers te interacteren en dat doen we tegenwoordig met data. Door die ketens goed op elkaar te laten aansluiten, denk ik dat we daar talloze kansen in zien. Ik denk dat we mogen vaststellen, dat dit nu de stand der techniek is. De AVG vraagt van overheden en van mensen die met gevoelige data werken, om te werken volgens de stand der techniek. Zoals je ook denk ik nu hoort, kunnen we hier dit soort ketens stroomlijnen, en de overheid kan daarmee gemeentes en landelijke overheid dienstverlening mee verbeteren.
Walter van Wijk: En tegelijkertijd beroept Ako op plannen om de Rotterdamse kinderen nog beter te kunnen helpen.
Ako Madomi: Het mooiste zou zijn om die peuters te volgen naar het onderwijs en hoe ze door het onderwijs stromen. Wat zien we daar? Zien we dat daar peuters toch stranden en blijven zitten? Zijn er toch nog allerlei obstakels op hun pad die de gelijke kansen in de weg zitten? Ik zou het persoonlijk heel mooi en interessant vinden om ook daarna te kijken, niet alleen maar vanuit de datakant, maar ook om die peuters echt te helpen in hun onderwijsloopbaan.
Walter van Wijk: Hopelijk heeft dit verhaal van Toon Segers en Ako Madomi ook jou geïnspireerd om je nader te willen verdiepen in de mogelijkheden van deze moderne technologische toepassingen. PET's worden immers al snel onmisbaar in de moderne privacy praktijk. Kijk voor meer informatie en inspiratie op de website van cip. www.cip-overheid.nl En beluister ook de andere podcasts in deze serie.